Europeanen in bronstijd nog lactose-intolerant

Melk: de meesten van ons drinken het dagelijks, zo in een glas of in de koffie. We eten het verwerkt tot yoghurt, kaas, room of boter in vrijwel elke maaltijd. Vooral Europeanen zijn grootgebruikers. Nieuw onderzoek naar archeologische vondsten wijst uit dat dit echter pas een vrij recente ontwikkeling is. Nog maar 3000 jaar geleden waren Europeanen lactose-intolerant. Wetenschappers staan voor een raadsel.   
 

Enorme prehistorische veldslag

De opmerkelijke vondst is gedaan bij archeologisch onderzoek naar het slagveld in de Tollense vallei in Noordoost-Duitsland. Daar vond 3000 jaar geleden een van de grootste prehistorische conflicten plaats die we kennen: duizenden strijders vochten er met houten, stenen en bronzen wapens, met dodelijke gevolgen. De laatste jaren hebben archeologen er de stoffelijke resten van honderden mensen uit de moerassige bodem opgegraven. Genetisch onderzoek naar de skeletten leidt nu tot een opmerkelijk inzicht in het dieet van de vroege Europeanen: de krijgers konden geen melk verteren.

Lactose-intolerant

Om meer te weten te komen over de veldslag, bepaalden onderzoekers de DNA-sequenties van 14 van de skeletten. De onderzochte strijders blijken allen uit Centraal-Europa te komen; uit wat nu Duitsland, Polen en Tsjechië is. De wetenschappers hoopten twee verschillende etnische groepen te vinden, en zo een idee te krijgen waarom er werd gevochten. Maar ze waren teleurgesteld: de onderzochte mensen kwamen genetisch sterk overeen.

De rivier de Tollense nabij het dorp Weltzin in Mecklenburg-Vorpommeren.Uiticht vanaf de plek waar rond 1300 v.Chr. de veldslag plaatsvond.Foto: Botaurus-stellaris, publiek domein.

 

Het onderzoek leidde echter wel tot een ander verrassend inzicht: geen van de strijders bezat de genetische mutatie die volwassenen in staat stelt om melk te verteren. Anders dan veel hedendaagse Europeanen waren ze dus niet lactose-tolerant.

Sterkste geval van natuurlijke selectie

Uit eerdere studies is bekend dat de inwoners van delen van Duitsland rond 500 n.Chr. wel melk konden drinken, en dat lactose-tolerantie rond het jaar 1000 al wijdverspreid was in Europa. Het gen moet zich dus hebben verspreid in slechts 2000 jaar, dat is ongeveer 100 generaties. Daarmee is het meteen het sterkste geval van natuurlijke selectie dat bekend is voor het menselijk genoom.

De ontdekking heeft het raadsel van de melk-drinkende Europeanen is hier alleen maar vergroot. Aangenomen werd dat de genetische mutatie die volwassenen lactose-tolerant maakt zich vanaf 8000 jaar geleden geleidelijk had verspreid, en gelijk opliep met de ontwikkeling van de landbouw en veeteelt. Deze theorie werd ondersteund door aanwijzingen dat er in Europa in de steentijd vee werd gemolken en kaas en yoghurt werd gemaakt. Mensen die melk konden verteren, zo was de redenering, zouden meer calorieën uit hun kudde kunnen halen, en meer van hun kinderen zouden overleven om het gen door te geven.

Uit het nieuwe onderzoek blijkt echter dat het gen voor lactose-tolerantie minstens 6000 jaar later opgang maakte. En ook de recente theorie dat het gen rond 5000 v. Chr. naar Europa werd geïmporteerd door Jamna-volk, herder-nomaden afkomstig van de steppen van hedendaags Oekraïne en Rusland, is daarmee weerlegd.

Waarom melk?

Al met al roept het onderzoek naar de Tollense-skeletten vooral vragen op. Waarom gingen de Europeanen nu eigenlijk melk drinken? Willekeurige genetische verandering en verspreiding kan dit niet verklaren. En er zijn geen aanwijzingen voor een grote bevolkingsverandering. Wellicht hielp melk bij de afweer van ziektes in de steeds dichter bevolkte Europese steden en dorpen, maar ook dat is niet zeker. De wetenschappers staan voor een raadsel.

Dit bericht is gebaseerd op een nieuwsartikel van Andrew Curry op Science
 

Delen: