Drie vragen aan: Jonas Roelens

In Drie vragen aan… interviewen we historici over hun meest recente onderzoek aan de hand van drie vaste vragen: Waar bent u mee bezig? Wat heeft u ontdekt? En waarom is dit belangrijk? Deze keer is de beurt aan Jonas Roelens. Hij won met zijn onderzoek naar sodomie in de vroegmoderne Zuidelijke Nederlanden de juryprijs en publieksprijs van de Vlaamse PhD Cup. Ook is hij co-auteur van het boek Verzwegen verlangen. Een geschiedenis van homoseksualiteit in België.

Waar bent u momenteel mee bezig?
Ik heb momenteel mijn onderzoek afgerond naar sodomie in de vroegmoderne Zuidelijke Nederlanden. Sodomie was een breed begrip waarmee allerlei vormen van zogenaamde 'tegennatuurlijke seksualiteit' werden bedoeld. Het kon dus verwijzen naar een reeks uiteenlopende zaken zoals masturbatie en bestialiteit, maar meestal werd de term gebruikt om homoseksualiteit te omschrijven. In de Zuidelijke Nederlanden werd sodomie doorgaans met de brandstapel bestraft.

Wat heeft dit onderzoek tot nu toe opgeleverd?
Mijn onderzoek heeft aan het licht gebracht dat de Zuidelijke Nederlanden (de regio die grofweg het huidige België vormt) koploper was in het vervolgen van sodomie. Aan de hand van juridische bronnen zoals baljuwrekeningen en getuigenverslagen heb ik het vervolgingsbeleid in kaart gebracht voor de steden Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Ieper, Leuven en Mechelen. Daarbij heb ik aangetoond dat er grote geografische verschillen waren in deze vervolging. Niet elke stad kende immers een even streng vervolgingsbeleid. De stad Brugge was bijvoorbeeld de absolute kampioen in het bestraffen van sodomieten binnen de Zuidelijke Nederlanden. In Brugge werden tussen 1400 en 1700 maar liefst 144 personen geëxecuteerd wegens de zonde van "zodomye". Als we die cijfers vergelijken met de situatie in het buitenland, word de uitzonderlijke positie van Brugge nog duidelijker. Nergens in West-Europa werd sodomie zo vaak vervolgd als in laatmiddeleeuws Brugge.

Mijn onderzoek bracht ook aan het licht dat deze vervolging geen constante prioriteit was voor de lokale overheden. Er zijn grote pieken en dalen in dat vervolgingsbeleid vast te stellen. De absolute piek in het aantal sodomieprocessen zien we tussen ca. 1450 en 1525. Die piek heb ik proberen verklaren via de zondeboktheorie: een samenleving in moeilijkheden heeft behoefte aan een minderheid of zondebok om te vervolgen en zo de cohesie binnen het stedelijk weefsel te verhogen. Op het einde van de vijftiende eeuw was Brugge een samenleving in moeilijkheden. De stad kende heel wat politieke instabiliteit en ging door een economisch dal. Om de reputatie van de stad hoog te houden, ging de stedelijke gemeenschap een krachtdadig vervolgingsbeleid voeren.

Waarom is het belangrijk dat dit aan het licht komt?
In Nederland wordt de vervolging van homoseksualiteit in de vroegmoderne tijd al decennia lang onderzocht. Dat is in Vlaanderen allesbehalve het geval. Op een aantal lokale studies na was er geen vergelijkend overzicht die de situatie in de Zuidelijke Nederlanden in kaart bracht. Mijn onderzoek heeft dus een belangrijke blinde vlek weggewerkt. Bovendien toont mijn studie aan dat de vervolging van minderheden in het verleden ook voor onze maatschappij relevant kan zijn. Inzicht krijgen in de vervolgingsgolf uit het verleden kan de factoren helpen verklaren die vandaag intolerantie in de hand werken.
 

Wannes Dupont, Elwin Hofman, Jonas Roelens (red.) Verzwegen verlangen. Een geschiedenis van homoseksualiteit in België (Antwerpen 2017) Uitgeverij Vrijdag, € 24,95.

Delen: