Drie vragen aan: Bram Mellink

In Drie vragen aan… interviewen we historici over hun meest recente onderzoek aan de hand van drie vaste vragen: Waar bent u mee bezig? Wat heeft u ontdekt? En waarom is dit belangrijk? Deze keer is de beurt aan Bram Mellink. Hij onderzoekt (de opkomst van) het neoliberalisme in Nederland. Mellink is universitair docent Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit Utrecht.

Waar bent u op dit moment mee bezig?

Ik doe op dit moment onderzoek naar het neoliberalisme in Nederland. Vandaag de dag is het geloof in neoliberaal marktdenken wijdverbreid geraakt. In het zorgbestuur, de woningbouwcorporaties en het onderwijs is bijvoorbeeld heel veel marktwerking doorgedrongen. Tegelijkertijd zijn er in Nederland en internationaal geen neoliberale partijen. Het raadsel waar wij dus als politiek historici voor staan, is hoe het kan dat deze ideeën zo invloedrijk zijn geworden zonder dat hun pleitbezorgers daarvoor de ‘gebruikelijke weg’ hebben afgelegd: in in parlementen zijn zelfbenoemde neoliberale partijen niet of nauwelijks te vinden.

De opkomst van het neoliberalisme is een lang proces geweest dat al begon tijdens het interbellum. Op dit moment richt ik me echter hoofdzakelijk op de jaren ‘60. Dat was de tijd waarin de werelden van politiek en bestuur steeds meer in elkaar overliepen. In deze tijd wordt in de politiek steeds meer technische taal gebruikt. Dit betekent dat ook aanhangers van het neoliberalisme in technischer jargon gingen praten. De politici spraken hun mening minder duidelijk uit. Ik probeer in deze periode van minder uitgesproken politiek meer zicht te bieden op de overtuigingen van de Nederlandse politici.
Ik ben op dit moment vooral bezig met kijken hoe politieke tegenstellingen een rol spelen in het ambtelijk apparaat van Nederland. Ambtenaren voeren politieke besluiten uit en geven invulling aan deze besluiten, maar hebben daarnaast ook veel dossierkennis en daarmee veel macht. Die macht van de ambtenarij en de rol die die macht heeft gespeeld in de politiek van de jaren ‘60 wil ik licht op werpen met mijn onderzoek. Dit onderzoek staat nog in een relatief vroeg stadium.

Wat heeft u ontdekt?

Ik heb ontdekt dat er bijvoorbeeld in de jaren ‘50 al invloed werd uitgeoefend door neoliberale actoren op de Nederlandse politiek. Bijvoorbeeld door het Comité Burgerrecht, dat eind jaren ‘40 werd opgericht. Dit comité wilde invloed verwerven binnen bestaande politieke partijen. In zijn oprichtingsvergadering stelde het comité nadrukkelijk dat het invloed wilde verwerven binnen bestaande politieke partijen, want ‘indien de massa anders gaat denken, dan denken ook de politieke leiders weldra anders. Wij moeten werken naar het verkrijgen van een toestand en daardoor infiltrerend werk doen.’

Waarom is het belangrijk dat dit aan het licht komt?

Daar zijn twee redenen voor. Ten eerste is het belangrijk om te begrijpen hoe dat marktdenken zo centraal is komen te staan. Dit kan ons veel leren over het huidige bestuur van Nederland. Vaak wordt gedacht dat in de loop der jaren de invloed van de staat alleen maar is afgenomen en de invloed van de markt is toegenomen. Wat ik tot nu toe in mijn onderzoek heb ontdekt is dat neoliberalisme vaak gaat om een samenspel tussen overheid en markt. De overheid jaagt de markt aan en speelt een rol in de verbreiding van de markt. De gezondheidszorg is niet vanzelf een markt geworden en het onderwijs ook niet. Hier heeft de overheid een actieve rol in gespeeld. Die actieve rol van de overheid wil ik begrijpen. Eigenlijk begrijp je zonder neoliberalisme niet hoe wij als land worden bestuurd.

Ten tweede is het belangrijk om te begrijpen hoe deze beweging zoveel invloed heeft kunnen uitoefenen. Hierbij is namelijk niet de gebruikelijke politieke weg gevolgd (van een partij oprichten tot je plek in het kabinet verwerven). Dit kan ons helpen te begrijpen hoe politieke invloed verworven wordt: soms via formele kanalen, maar blijkbaar ook via informele kanalen. Hierover weten we nog (te) weinig.

 

Delen: