De toverlantaarn: een 19de-eeuws massamedium

Ze moeten flink gegriezeld hebben, de bezoekers die rond 1800 naar het verlaten klooster in Parijs togen. In wolken van rook projecteerde de Belg Étienne-Gaspard Robert er spoken, geraamtes en geesten. Hij gebruikte hiervoor een toverlantaarn: een voorloper van de film en ook in Nederland en België uitermate populair. In het oktobernummer van Geschiedenis Magazine vertellen Frank Kessler en Klaas de Zwaan hoe de toverlantaarn hier tussen 1830 en de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt. Hier kunt u zien hoe zo een toverlantaarn nu eigenlijk werkte.

De toverlantaarn is een projectietoestel. Met lenzen, een lichtbron en glasplaten worden beelden op de muur geprojecteerd. Het toestel werd in de 17de eeuw uitgevonden door de Nederlander Christiaan Huygens. ‘Toverlantaarn’ is de letterlijke vertaling van het Latijnse ‘laterna magica’. Dat was een passende benaming omdat de toverlantaarn in eerste instantie werd gebruikt voor het projecteren van spoken, duivels en demonen. Maar hoe werkte de toverlantaarn nu precies? En hoe zagen de projecties er precies uit?

De Finse historicus en toverlantaarnspecialist Erkki Huhtamo laat het hier zien. Hoogtepunten zijn de bewegende projecties van de toverlantaarn, bijvoorbeeld het schreeuwende monster (6:26 minuten) of het schip dat in brand vliegt (8:28).  
 

 

Verder lezen over de toverlantaarn? Het oktobernummer van Geschiedenis Magazine ligt nu in de winkel!

Delen: