De maliënkolder is ouder dan we dachten, en werd in de Oudheid al op massale schaal geproduceerd

We kennen ze vooral uit films en verhalen over de Middeleeuwen: de rinkelende maliënkolders van ridders. Deze bepantsering van duizenden kleine, metalen ringetjes moest de drager beschermen tegen aanvallen met messen, zwaarden, speren, lansen en pijlen. Maar de maliënkolder is eeuwen ouder, en blijkt zelfs in het Romeinse Rijk al op grote schaal te zijn geproduceerd.

Vindingrijke Kelten
Niemand uit de Middeleeuwen mag zich de uitvinder van de maliënkolder noemen. En ook was het geen Romein. Het waren de Kelten die deze vorm van bepantsering al in de IJzertijd, ongeveer rond 300 v.Chr., ontwikkelden. De techniek van het maken van zo’n maliënkolder verspreidde zich daarna in een razend tempo over de rest van Europa.
 

Onbekende fotograaf (Anefo), Opname van de jeugdserie Floris (1968). Bron: Nationaal Archief (921-6925 / CC0)
De maliënkolder zoals we 'm vaak zien: als kledingstuk van dappere, middeleeuwse ridders. Hier gedragen door Ton Vos en Rutger Hauer, als kasteelheer Wolter van Oldenstein en Floris in de serie Floris. Onbekende fotograaf (Anefo), Ton Vos en Rutger Hauer in Floris (1968). Bron: Nationaal Archief (921-6925 / CC0)

 

Origine en ontwikkeling
Hoewel de maliënkolder heel bekend is, was er nog maar weinig onderzoek gedaan naar de origine en de ontwikkeling ervan. Maar onlangs promoveerde Martijn Wijnhoven aan de VU op dit onderwerp. Voor zijn onderzoek bestudeerde Wijnhoven zo’n 80 maliënkolders in allerlei musea en archeologische depots, en ook nog eens honderden die uit de wetenschappelijke literatuur bekend zijn.

Wijnhovens onderzoek heeft geleid tot een heel complete geschiedenis van de maliënkolder. Ook heeft hij zelf een maliënkolder gemaakt. Fysiek, met echt metaal, maar ook digitaal, om het hele maakproces zoals dat in de oudheid werd vormgegeven te ervaren en te onderzoeken. De digitale reproductie vind je hieronder.



Slecht afgewerkt
De Romeinen waren misschien niet de uitvinders van de maliënkolder, wel waren ze degenen die de productie professionaliseerden. Veel van de Romeinse manschappen kregen namelijk een maliënkolder en dat betekende dat de pantsers op grote schaal moesten worden geproduceerd. Aangezien er nogal wat uren in het ordenen van duizenden en duizenden ringetjes gaan zitten, waren ze genoodzaakt om een heuse maliënkolder-massaproductie op touw te zetten.

Het waren de (ex-)militairen die op grote schaal aan de slag werden gezet. Zij maakten de maliënkolders, die, zo zag Wijnhoven, vaak slordige ringen bevatten en slecht waren afgewerkt. Een bijzondere ontdekking, want archeologen gingen er lang van uit dat het juist de maliënkolders van de vernuftige Romeinen waren, waarvan de kwaliteit ongeëvenaard was.

Nog interessanter werd de ontdekking, toen bleek dat de maliënkolders van buiten het Romeinse Rijk wél van hoge kwaliteit waren. Mogelijk heeft dat te maken met de veel kleinschaligere productie en de specialisatie van de makers. Buiten het Romeinse Rijk werden maliënkolders namelijk alleen gedragen voor de allerrijksten, en hun kolders moesten natuurlijk zorgvuldig gemaakt en prachtig afgewerkt worden.

 

Delen: