Column | Anton van Hooff

Ik luister al jaren met plezier naar de Deutschlandfunk. Die is wat publieke radio moet zijn: geen reclame, louter nieuws en steekhoudende commentaren – hoogstens met een melodietje verbonden. De zender heeft ook een strak patroon: iedere werkdag volgt na het nieuws van negen uur ’s ochtends ‘das Kalenderblatt’. In enkele minuten wordt de herinnering aan een historische gebeurtenis van die dag opgehaald. Op 9 april was dat de moord op Georg Elser 75 jaar tevoren in het concentratiekamp Dachau. 
 

Elser had op 8 november 1939 een perfecte aanslag op Hitler en trawanten gepleegd. Eerst had deze gewone man zich in een steengroeve geschoold in het omgaan met explosieven en zich het benodigde dynamiet bezorgd. Bij een klokkenmaker had hij geleerd een tijdsmechanisme te vervaardigen. Toen ging hij in de Bürgerbräukeller in München aan het werk; ’s nachts in de tijd dat alle toiletten automatisch werden doorgespoeld – om de tien minuten gebeurde dat – holde hij een pilaar boven het spreekgestoelte uit waar A. Hitler jaarlijks de jammerlijk mislukte staatsgreep van 9 november 1923 herdacht. Op het ingesteld tijdstip ontplofte de bom en doodde acht mensen, maar niet Hitler. Wegens de mist was deze niet met het vliegtuig teruggegaan naar Berlijn, maar had eerder de trein genomen. Het ging om slechts 13 minuten…

De Bürgerbräukeller na de aanslag. Bundesarchiv, Bild 183-E12329 / Wagner / CC-BY-SA 3.0 / CC BY-SA 3.0 DE, via wikimedia commons.

 

Elser werd laat op de avond bij zijn poging om Zwitserland te bereiken in Konstanz gepakt omdat zijn papieren niet in orde waren. Pas geleidelijk werd bekend dat hij op zijn eentje de aanslag had gepleegd en dat hij echt geen agent van de Britse geheime dienst was, zoals de Gestapo het Duitse publiek wilde doen geloven. Toen men hem door foltering geen bekentenis van een samenzwering kon afpersen, vroeg hij om materiaal en bouwde een replica van het bommechanisme. Hij werd bewaard voor een showproces na de Endsieg. Toen het eindnederlaag in zicht was werd hij op persoonlijk bevel van Hitler met een nekschot vermoord.

Anders dan de brave katholieken van die weisse Rose en de adellijke lieden uit de kring van Von Stauffenberg, kreeg hij pas laat erkenning. Terwijl die anderen al in 1964 met een serie postzegels waren geëerd, kreeg de proletariër pas in 2003 zijn eigen Briefmark, met zijn motief voor de daad: ‘Ich hab’ den Krieg verhindern wollen.’ Als ander motief gaf hij bij de verhoren op dat onder Hitler de inkomenspositie van de arbeiders drastisch was verslechterd.

Silhouet van Elsers gezicht in de Wilhemstrasse in Berlijn. Lienhard Schulz / CC BY-SA, via wikimedia commons.

 

Pas de laatste decennia zijn monumenten voor hem opgericht en is in het plaveisel voor zijn geboortehuis in Hermaringen een Stolperstein aangebracht. Toen ik twee jaar geleden ’s avonds door de Berlijnse Wilhelmstrasse liep, werd ik bevreemd door een grillige neonfiguur. Later ontdekte ik dat het ging om het verlichte silhouet van Elsers gezicht, inderdaad een lichtend figuur uit een donkere tijd. In mijn wordende boek Tirannenmoord. Van Caesar tot Hitler  zal hij een ereplaats krijgen. 
 

Delen:

1800-2000 Europa