Beethoven 250

De herdenking van Beethovens 250ste geboortedag dit jaar, wordt sterk gehinderd door de lockdown. Concerten, tentoonstellingen en herdenkingsbijeenkomsten zijn afgelast. Beethovens muziek zelf lijdt veel minder onder de beperkingen. In ons nieuwste nummer laat Paul Knevel zien, dat dit niet hoeft te verbazen: Beethovens muziek had altijd al speciale zeggingskracht in tijden van crisis. Zijn artikel leest u in nummer 6 van Geschiedenis Magazine. Luister hier naar 250 jaar Beethoven in vogelvlucht.

 
‘Alle menschen werden Brüder’: Beethoven vanuit de huiskamer

Het Rotterdams Philharmonisch Orkest was er dit voorjaar als eerste bij: zodra bijna de hele wereld in lockdown ging en concerten niet meer mogelijk waren, maakten de musici vanuit hun eigen huiskamer een film met de muziek van Beethovens Negende: ‘Alle Menschen werden Brüder’. Met drie miljoen views ging het filmpje wereldwijd viral.

 
 

Onaangepast genie: Strijkkwartet nr. 12 opus 127

Al tijdens zijn leven was Beethoven (1770-1827) een legende. Niet alleen door zijn fenomenale kwaliteiten als pianist en de originaliteit van zijn composities en improvisaties, maar ook door zijn voorkomen en zijn onaangepaste gedrag. Hij trok zich niets aan van conventies en zocht bewust de grenzen op van alle genres waarin hij componeerde. En zijn werk werd steeds eigenzinniger. Zijn late strijkkwartetten zijn zelfs ronduit avant-gardistisch, wat sommige commentatoren verklaarden door Beethovens toenemende doofheid. Ze worden het intellectuele hoogtepunt uit zijn oeuvre genoemd, maar de complexiteit werd (en wordt) niet altijd goed begrepen. 

 

Matige propagandamuziek: 'Der glorreiche Augenblick'

Door de cultus van Beethoven als het ongeduldige, ongelukkige en compromisloze genie, wordt uit het oog verloren dat hij bijna al zijn latere composities in opdracht schreef. Beethoven leefde in de roerige periode tussen de Franse Revolutie (1789) en de restauratie van monarchaal Europa na de val van Napoleon (1815), in zijn werk zien we dit weerspiegeld. Waar hij aanvankelijk gefascineerd was door de revolutionaire gebeurtenissen en muziek in Frankrijk, raakte hij later in Wenen in de ban van Napoleon. Daar ervoer hij echter de gevolgen van de moderne oorlogvoering en bezetting; tot twee maal toe maakte Beethoven een belegering en bombardement van Wenen mee, in 1805 en 1809. Deze ervaringen maakten de componist gevoelig voor een anti-Franse nationalisme, dat we ook terughoren in zijn muziek. Speciaal voor het Congres van Wenen, dat vanaf het najaar van 1814 bijeenkwam om de orde in Europa te herstellen, componeerde hij Der Glorreiche Augenblick. Een goed voorbeeld van de vrij matige propagandamuziek die Beethoven, naast zijn vele meesterwerken, ook produceerde.

 

Beethoven tijdens de wereldoorlogen

In de tweede helft van de 19de eeuw werd het oeuvre van Beethoven ingepast in de nationalistische cultuurstrijd. Duitsers claimden Beethoven als typisch Duits en benadrukten vooral de inspirerende uitwerking die zijn muziek had op militairen en politieke leiders. Fransen concentreerden zich daarentegen op de universele betekenis van zijn werk, die terugging op de Franse republikeinse vrijheidsidealen; met natuurlijk de Negende symfonie als ‘Marseillaise van de mensheid’.

Zo kon Beethovens muziek in de eerste helft van de 20ste eeuw zowel voor Duitse als Franse soldaten een inspiratiebron vormen. Zijn werk bleek opnieuw multi-interpretabel. Tijdens de Eerste Wereldoorlog schreef een Duitse student uit Leipzig in een publiek gemaakte brief aan het thuisfront hoe Beethovens Vijfde symfonie de stemmingen aan het front haarfijn weergaf en herinnerde aan de overwinning die onvermijdelijk moest volgen. 

Diezelfde Vijfde symfonie stond tijdens de Tweede Wereldoorlog voor de geallieerden juist voor vrijheid en verzet, voor alles wat Hitler-Duitsland niet was. Ta-ta-ta-taa: de BBC gebruikte deze beroemde eerste noten van de Vijfde symfonie als herkenningsmelodie. Kort-kort-kort-lang is tevens het morseteken voor V, ‘victory’. Ook bij (veel) soldaten was dit openingsmotief bekend. 

Ook in nazi-Duitsland werd Beethovens werk veelvuldig ingezet: zijn ‘heroïsche’ symfonieën klonken er keer op keer om de soldaten te inspireren ‘dood en verderf’ in de ogen te kijken en te blijven geloven in de eindoverwinning. Tot aan het einde van de oorlog speelde de radio Beethovens muziek bij belangrijke gebeurtenissen of nieuws. Op 30 april 1945 begeleidde de dodenmars uit de Eroica, de Derde symfonie, de publieke aankondiging van Hitlers overlijden. Beethoven droeg de imposante rouwmuziek oorspronkelijk aan Napoleon op.

 

‘Ode an die Freiheit’: Beethovens Negende

Beethoven bleef tot het eind van zijn leven een idealist die zich weinig aantrok van zijn omgeving. Dat blijkt bij uitstek uit de Negende symfonie (1823). Juist in het post-Napoleontische conservatieve culturele en politieke klimaat verklankte Beethoven Friedrich Schillers Ode an die Freude, een lofzang op de alles overwinnende kracht van de vreugde met daarin de beroemde regels ‘Alle Menschen werden Brüder’.

Velen herkenden hun eigen idealen en strijd in dit overweldigende werk. Van militairen onder Bismarck, socialisten ten tijde van de Weimar Republiek tot de nazi’s en de DDR-leider Walter Ulbricht: voor allen had Beethovens Negende bijzondere zeggingskracht.

Toen de Europese Unie in 1972 de vreugdemelodie uit het laatste deel van de symfonie koos als het Europese volkslied, sloot ze dus aan bij een rijke traditie. Het moest overigens wel een instrumentale versie zijn: sommige lidstaten vonden de tekst van Schiller te universalistisch, te weinig ruimte latend voor nationale gevoelens.  

De flamboyante Leonard Bernstein onderstreepte die universele betekenis juist toen hij de symfonie op 25 december 1989 in Berlijn dirigeerde, vlak na de val van de muur. Oost- en West-Duitse musici speelden samen, en ook Russen, Amerikanen, Britten en Fransen deden mee. Voor de gelegenheid had Bernstein het woord ‘Freude’ vervangen door ‘Freiheit’.

Delen: