Feestdag van Sint-Maarten

Op 11 november wordt er op verschillende plekken in het land Sint-Maarten gevierd. Kinderen gaan met lampionnen langs de deuren, zingen over koeien die staarten hebben en krijgen snoepgoed. Sint Maarten is een feestdag ter ere van de heilige Maarten van Tours, maar over de oorsprong van het feest zijn verschillende theorieën.

Snoepfeest
Sint-Maarten is een feest dat elk jaar op 11 november gevierd wordt in Nederland, Vlaanderen, Noord-Frankrijk en in delen van Duitsland. Elke streek kent zijn eigen gebruiken. Vaste traditie is dat kinderen met lampionnen langs de deuren gaan en liedjes zingen waarna ze beloond worden met snoepgoed. Andere tradities zijn het ontsteken van vreugdevuren en het organiseren van optochten.

De soldaat en zijn mantel
Maarten van Tours werd in 316 geboren als zoon van Romeinse ouders in het Hongaarse Savaria. In het begin van zijn tienerjaren sloot Maarten zich aan bij het Romeinse leger, waarna hij op 15-jarige leeftijd naar Gallië trok. De legende gaat dat toen hij bij de stadspoorten van de Franse stad Amiens aankwam hij daar een bedelaar aantrof. Maarten had medelijden met de bedelaar en schonk hem de helft van zijn mantel. Deze bedelaar zou echter de belichaming van Jezus zijn en hebben gezegd: ‘Ik was naakt en gij hebt mij gekleed’.

Een heilige
Na deze openbaring bekeerde Maarten zich tot het christendom, waarna hij zich richtte op een religieuze 'carrière'. Maarten leefde een tijd als kluizenaar en werkte als duiveluitdrijver. Hij stichtte in Pointiers het eerste Franse klooster. In 371 werd hij verkozen tot de bisschop van Tours. Op 8 november 397 stierf hij in Candes (inmiddels: Candes-Saint-Martin). Na zijn dood werd hij op steeds grotere schaal vereerd. In de Middeleeuwen was hij een zeer populaire heilige.

Een gekerstend feest
De oorsprong van het Sint-Maartenfeest kan echter niet per definitie in verering van Maarten van Tours gevonden worden. Er zijn namelijk meerdere theorieën over de oorsprong van het feest en de tradities die daarbij horen. Van oudsher moest op 11 november de oogst binnen zijn en het vee op stal staan. Ter ere hiervan werden er ganzen geslacht en grote vuren gemaakt. Dit zou terug slaan op een Germaans winterfeest ter ere van de Germaanse oppergod Wodan. Bij dit feest werden er vuren rondgedragen en offers gebracht om het land en het vee vruchtbaarder te maken. De kerk zou dit gebruik hebben overgenomen om zo het vertrouwen van de niet-christelijke bevolking te winnen.

Pieter Baltens Sint-Maartenskermis, 1550. Museum Catharijneconvent, Utrecht, foto Ruben de Heer

 

Lamp onder de korenmaat
Een andere theorie stelt dat het Sint-Maartenfeest door de katholieke kerk in het leven is geroepen. De tekst van Mattheus 5: 14-16 zou als inspiratie hebben gediend:  'Niemand steekt een lamp aan en zet die in de kelder of onder de korenmaat, maar op de standaard, opdat wie binnentreden het licht zien.'

Verdwaald in de duinen van Duinkerke
In Duinkerke geloven ze dat de lampionnen tijdens de viering van Sint Maarten een andere oorsprong hebben. Volgens een plaatselijke legende leefde Sint Maarten een periode in Duinkerke, waar hij preekte en  voor de armen en zieken zorgde. Op een ochtend was hij eropuit getrokken, maar toen het donker werd was hij nog steeds teruggekeerd. De inwoners van Duinkerke besloten hem in de verraderlijke duinen te gaan zoeken: ze zwaaiden met lichtjes zodat de heilige hen zou zien. Op een gegeven moment vonden ze Sint Maarten terug, dolend door de duinen. Jaarlijks wordt deze 'heldenactie' herdacht, door met lichtjes langs de deuren te gaan.

Ontwikkeling Sint-Maarten
Sint-Maarten is een zogeheten 'bedelfeest'. Het was echt een feest voor de armen, die op 11 november wat 'extra's' (zoals suikerbieten of brood) kregen om de winter door te komen.  Pas aan het begin van de 20e eeuw nam de belangstelling voor het feest ook onder andere lagen van de bevolking toe. De gebruiken zijn in elke streek anders en zijn door de jaren heen veranderd. Zo is de band met religie in de meeste gebieden niet sterk meer en wordt het in het ene gebied veel actiever gevierd dan in het andere. Het feest leeft in de provincies Noord-Holland en Limburg nog wel, maar in de provincies Friesland en Noord-Brabant bijvoorbeeld veel minder. 
 

 

 

Delen: