Column | Anton van Hooff
Deze zomer nam Anton van Hooff de familie op sleeptouw naar verschillende musea. Er werd veel geleerd en het was leuk, maar soms… Lees over zijn ervaringen in zijn nieuwste column.
De afgelopen maanden bezocht ik met mijn dochter Marta van acht en haar schoolvriendje twee musea, Het Nederlands Openluchtmuseum en het Limburgs Museum in Venlo. In Arnhem brachten we heel wat tijd door in de Canon van Nederland. De kinderen vermaakten zich uitstekend met de spelletjes die in de koepel worden aangeboden. Voor al de flikkerende animaties en de tentoongestelde voorwerpen hadden ze echter geen oog. Een paar weken later gingen we weer, nu met mijn vrouw. Als klassiek vakgenoot is ze natuurlijk geïnteresseerd in geschiedenis. Als ex-Letse verwachtte ze basiskennis op te doen over ons nationale verleden. Maar in de hal met kermisattracties liep haar het hoofd om.
Dan het andere museum. In het Limburg Museum is tot januari High Tech Romeinen te zien. Een paar jaar geleden was die tot twee keer toe in Museum het Valkhof in Nijmegen. Ik ben er zeker tien keer geweest met groepen van allerlei samenstelling: cursisten uit Gouda, kinderen en kleinkinderen, een klas van een kleinzoon…Ik heb er zelfs mijn verjaardag gevierd.
Kinderen en volwassenen gaan vanzelf aan de slag met dakpannen leggen, een boog bouwen, gewichten heffen (om de werking van het katrol te ervaren), afstand meten met de hodometer, een boogbrug aanleggen waarop je echt kunnen lopen, een schip voorzien van een wand met pen- en gat-verbindingen, water (blauwe bollen) met een schroefpomp omhoog brengen, een Romeins slot openen en met nog veel meer leerzame activiteiten. Toen ik mijn Marta voorstelde ook in Venlo de tentoonstelling te gaan bezoeken, stemde ze meteen toe. Uren brachten we er door tot we naar huis moesten. Ze had nog graag willen blijven. We hebben afgesproken nog eens te gaan. Lering kan dus vermakelijk zijn.
Delen: