Amateurspionnen in het Derde Rijk

In de jaren ‘30 kon je met spioneren in nazi-Duitsland eenvoudig flink bijverdienen. Gewoon onderweg je ogen goed de kost geven. Geheime diensten zetten hier professionele agenten voor in, maar ronselden ook amateurs. Het liep soms slecht met deze amateurspionnen af. Jan Brauer trok hun sporen na in het archief van de Gestapo.

De annexatiehonger van Hitlers Derde Rijk was na de inlijving van Oostenrijk en het Sudetenland in 1938 nog lang niet gestild; het Verdrag van München bood geen enkele garantie voor vrede in Europa. Berlijn herbewapende openlijk en sloeg aanhoudend agressieve taal uit. Oorlog hing in de lucht. In augustus 1939 mobiliseerden Nederland en Duitsland; duizenden militairen werden aan de grens ingekwartierd en namen stellingen in.

Inlichtingendiensten aan het werk
Het wemelde toen in de grensregio al geruime tijd van de spionnen die de militaire bewegingen volgden. Franse, Duitse en Engelse inlichtingendiensten draaiden op volle toeren en ook het neutrale Nederland deed mee. GSIII, derde afdeling Generale Staf, rapporteerde aan Den Haag over de manoeuvres van het Duitse leger. Er was hierover intensief overleg met Franse en Engelse diensten, terwijl de contacten met Duitse ‘collegae’ beleefd en afstandelijk bleven.

Generaal-majoor J.W. van Oorschot. Van Oorschot was tot 1939 het hoofd van de inlichtingendienst GS III (Nationaal Archief, Fotocollectie Anefo / Londen, nr. 2.24.01.03)
 

Schoenmaker in Venlo
Alle diensten stuurden grensbewoners op pad voor informatieklussen. Tientallen verdienden zo een aardig centje bij: zeer welkom in de magere jaren na de beurskrach van 1929. Onder hen was de 44-jarige schoenmaker Willy (Wilhelm) Cammans, in Duitsland geboren uit Nederlandse ouders. Hij had in 1914 de Duitse nationaliteit aangevraagd opdat hij als Pruisische onderdaan mee kon vechten in het leger. Later vestigde hij zich in grensstad Venlo als schoenmaker en vroeg de Nederlandse nationaliteit aan. Zijn Electrische Snelschoenmakerij Union met wel zes knechten floreerde.

Geheimen doorgeven in een café
Willy reisde geregeld per auto door Duitsland voor zijn werk. In mei 1935 benaderde de Nederlandse agent van de Franse inlichtingendienst, Jan van Leeuwen, hem in het Venlose café Central: kon Cammans onderweg informatie vergaren over het Duitse leger? Cammans maakte vervolgens tegen een flinke vergoeding en samen met zijn Duitse zwager Peter Schmitz die net over de grens in Lobberich woonde, tientallen tochtjes dwars door Duitsland; Willy’s paspoort telde vijftig grenspassagestempels. Weer thuis overhandigden ze in een Venloos café aan Van Leeuwen specifieke informatie over de nummers en omvang van troepen en materieel in kazernes en op vliegvelden. En: kwamen er nieuwe wegen en bruggen voor zware transporten richting Nederlandse grens?

Ze opereerden niet altijd even tactisch en discreet en liepen daarmee groot gevaar, zeker omdat Berlijn Cammans beschouwde als Rijksduitser; voor deze categorie burgers gold spionage als hoogverraad en daar stond de doodstraf op. Bij zijn vertrek naar Nederland had Willy wel aan Berlijn verzocht om afstand te doen van de Duitse nationaliteit, maar die procedure werd nooit afgerond. In Venlo gold Cammans als Nederlander, hij mocht stemmen en bezat een Nederlands paspoort.

Ook bij beroepsspionnen kon het soms flink misgaan. Tijdens het Venlo-incident op 9 november 1939 werden twee Engelse agenten van de Secret Intelligence Service en hun chauffeur gevangen genomen door een SS-comando. Een Nederlandse inlichtingenofficier kwam hierbij om het leven. Deze foto is genomen van een reconstructie van dit incident op 20 februari 1948 (Nationaal Archief, Fotocollectie Anefo, via Wikimedia Commons).
 

Arrestatie
Medio 1936 benaderden Willy en zijn zwager een verzekeringsagent om samen inlichtingen te verzamelen in Münster, waar Wehrkreiskommando VI zetelde en veel kazernes stonden. Dat liep mis: de man aarzelde, ze bleven hem hardnekkig volgen en uiteindelijk liep hij naar de Gestapo. Die liet het spel nog even doorlopen om meer te weten te komen over de Franse opdrachtgevers. Op 28 januari 1937 werden Willy en Peter gearresteerd in Lobberich. Tijdens de lange verhoren bekenden ze de feiten en tekenden daarmee hun doodvonnis.

Cammans en Schmitz waren niet de enige burgers die door de Nederlandse GSIII voor spionageklussen werden ingezet om informatie te verzamelen over het Derde Rijk. Ben je benieuwd hoe het afliep met deze amateurspionnen? Je leest het in het nieuwste nummer van Geschiedenis Magazine. Meld je voor donderdag 22 februari aan als abonnee, dan krijg je het maartnummer thuisgestuurd. Of bestel het nummer vanaf 10 maart online.

 

Delen: