Vadertje Lenin gaat omver

Ook in het recente verleden was er in Europa een beeldenstorm. In Moskou en andere steden in de voormalige Sovjet-Unie gingen na 1991 tal van beelden van communistische aartsvaders tegen de vlakte. Lange tijd stonden ze voor patriottisme en de nieuwe heilstaat, maar het waren inmiddels vooral zinnebeelden van onderdrukking geworden.

In de nacht van 22 augustus 1991 trokken duizenden burgers van Moskou richting het Kremlin. Hun doel was het hoofdkwartier van de geheime dienst KGB aan het Loebjankaplein. Het was een turbulente tijd in de Sovjet-Unie. Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 was er ook hier geen houden meer aan geweest. In februari 1990 gaf het Centraal Comité van de Communistische Partij het eenpartijstelsel op en verklaarden Sovjetrepublieken als Litouwen zich onafhankelijk. Hervormingsgezinde Sovjetleiders kregen geen vat op dit separatisme; communisten van de oude stempel die het uiteenvallen van de Sovjet-Unie niet konden verkroppen, probeerden in augustus 1991 tevergeefs met een coup weer aan de macht te komen. Om het mislukken van deze conservatieve staatsgreep die alle openheid en hervormingen zou terugdraaien te onderstrepen, dreigde een opgehitste menigte de Loebjanka-gevangenis te bestormen, een symbool van de terreur van de communistische politiestaat. Hier had de KGB jarenlang politieke gevangen gemarteld en vermoord.

'Neem Dzerzjinski maar'
De burgemeester van Moskou wist een bestorming echter te voorkomen. Hoe? Door in te stemmen met het neerhalen van een standbeeld van Felix Dzerzjinski, het gehate hoofd van de eerste Bolsjewistische geheime dienst. Dit was het startsein voor een ware beeldenstorm in de Russische hoofdstad en in alle voormalige Sovjetstaten. De autoriteiten hadden het niet meer in de hand. Vele beelden van Lenin, Stalin en plaatselijke communistische leiders werden met een niet aflatend enthousiasme onthoofd en afgebroken. De publieke ruimte werd letterlijk herwonnen op de totalitaire staat, op 'Moskou'. De symbolen van tirannie - wat de standbeelden voor een groot deel van het volk waren geworden - konden eindelijk worden aangevallen en neergehaald. De beelden waren ooit bedoeld als iconen van brons en steen, als belichaming van de nationale identiteit en de revolutie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bijvoorbeeld hadden ze burgers ook wel moed gegeven. Maar nu werd Stalin van zijn voetstuk gesmeten, en hij was niet de enige. De ene keer moesten de beelden weg na een politieke beslissing van het nieuwe stadsbestuur, dan weer nam de plaatselijke bevolking het initiatief.

 

Vernietigd standbeeld van Vladimir Lenin in Zhytomyr. Foto door Andriy Makukha via Wikimedia Commons.

 

Stalin in een beeldentuin
Deze rigoureuze 'schoonmaak' van de openbare ruimte in Oost-Europa doet vermoeden dat er tegenwoordig geen enkel standbeeld van bijvoorbeeld Lenin meer overeind staat. Toch telde Oekraïne er bijvoorbeeld in januari 2014 nog 2300. Dit aantal nam wel snel af. De recente crisis in Oekraïne bracht namelijk een nieuwe golf van iconoclasme teweeg: in december 2015 waren er al 1000 standbeelden van Lenin minder. Dit gebeurt uit anti-Russische en anticommunistische gevoelens, die overigens lang niet elke Oekraïense inwoner deelt. Zo verwoordde een bewoner van Charkov, die in februari 2014 zijn protest tegen het neerhalen van 'hun' standbeeld van 'Vadertje Lenin': 'Hij is mijn verleden, mijn heden en mijn toekomst. Als je me zegt dat Lenin weg moet, betekent dat dat mijn leven niets waard is geweest. Dat kun je me niet aandoen.'

De standbeelden van Stalin, Lenin en andere symbolen van het communisme zullen waarschijnlijk nooit geheel verdwijnen. In Rusland worden zelfs weer nieuwe beelden van Stalin opgericht. Ze zijn de verbeelding van een tijdperk dat volgens de meeste mensen gelukkig is afgesloten maar dat evengoed nog patriottische gevoelens kan wekken. Of gewoon jeugdsentiment. De organisatie achter de Hongaarse beeldentuin Memento Park heeft dit goed begrepen en zette tientallen beelden bijeen in een park die eerst verspreid stonden in de straten van Boedapest. (zie www.mementopark.hu ). In dit 'mausoleum' van het communisme, waar Trabantjes uit voormalig Oost-Duitsland staan en instructiefilms draaien van de geheime dienst, voelt de bezoeker zich klein maar misschien ook wel vertrouwd naast reusachtige laarzen van Stalin en trotse beelden van soldaten van het Rode Leger.

Delen: