Bouwers Stonehenge hadden lengtemaat

Om de zoveel jaren laait de discussie weer op: hanteerden de bouwers van megalithische monumenten zoals hunebedden en steencirkels een vaste lengte-eenheid zoals onze meter of de Britse inch? Onderzoekers lijken nu het antwoord te hebben gevonden…

In 1889 vonden opgravers in een kindergraf te Folkton, North-Yorkshire, drie kalkstenen cilinders van een verschillend formaat. Ze dateren uit de periode tussen 2600 en 2000 v.Chr. en liggen nu in het bezoekerscentrum van Stonehenge. Recent werden deze cilinders opnieuw bestudeerd. Archeologen Mike Parker Pearson van het University College London en Andrew Chamberlain van de Manchester University wikkelden rond elke cilinder een touw. Ze stelden vast dat de lengte van de touwen telkens een veelheid van exact 32,2 cm opleverde. Als je rond de grootse cilinder zeven keer een touw draait, is dit precies 3,22 m lang. Het touw rond de middelste cilinder bereikt deze lengte na acht keer draaien, bij de kleinste cilinder is dat na tien keer.

 

De kalkstenen cilinders die zijn gevonden in Folkton (foto Jononmac46 via wikimedia commons).

 

Dit kan geen toeval zijn. De onderzoekers stellen dat 32,2 cm de eenheidsmaat was van de megalietenbouwers, een soort ‘megalithische voet’ waarmee een monument als Stonehenge of een steencirkel werd uitgetekend. Prehistorische bouwprojecten kenden dus een grondiger voorbereiding dan meestal wordt vermoed.

Delen: