De geschiedenis van Tweede Kerstdag

Vandaag gaan Nederlanders weer massaal naar de woonboulevards en genieten de Britten van een overvloed aan sportwedstrijden, want het is weer Tweede Kerstdag en Boxing Day. Maar waarom hebben wij Europeanen eigenlijk een extra dag vrij na Kerstmis, een traditie die de Amerikanen bijvoorbeeld helemaal niet kennen?

Nog voor het ontstaan van het christendom vierden de heidense Germanen al het ‘Joelfeest’, ook wel bekend als het ‘Midwinterfeest’. In totaal duurden de bijbehorende festiviteiten twaalf dagen, maar het hoogtepunt werd bereikt op de kortste dag van het jaar, 21 december. Na deze datum werden de dagen namelijk weer langer en nam de hoeveelheid zonlicht weer toe, en dus vierden de Germanen tijdens het Joelfeest dat het zwaarste punt van de winter weer voorbij was.

De eerste martelaar
Met de opkomst van het christendom in de eerste eeuwen na Christus werden veel heidense tradities omgezet naar katholieke feestdagen. Zo ook het Joelfeest, dat werd opgenomen in de zogeheten ‘kersttijd’, een periode van twaalf dagen tussen 25 december en 6 januari die ieder gewijd waren aan minstens één katholieke geestelijke. Tweede Kerstdag kwam bij deze indeling in het teken te staan van Sint Stefanus, de eerste martelaar van het christendom.

De steniging van H. Stefanus. Hendrick Goltzius (graveur) (ca. 1575-1624) (Collectie Museum Catharijneconvent)
 

Een soort dierendag
Op het concilie van Mainz in 813 werd echter besloten om de viering van Kerstmis zelf uit te breiden. Voortaan moest het kerstfeest maar liefst vier dagen duren. Op al deze dagen was het bovendien verboden om te werken, want dat zou ongeluk brengen. In plaats daarvan kregen de vier kerstdagen daarom ieder een eigen focus. Zo was Vierde Kerstdag een kinderfeest en stond Tweede Kerstdag geheel in het teken van de dieren. Boeren lieten dan hun paarden door het dorp galopperen om zo te ‘garanderen’ dat ze de rest van het jaar niet ziek zouden worden.

Voorloper van het kerstpakket
In de loop van de middeleeuwen ontstond er in Groot-Brittannië nog een andere traditie op Tweede Kerstdag: Boxing Day. Deze benaming zou afgeleid zijn van de doos (‘box’) die veel edelen hun dienaren op die dag mee naar huis gaven. Op Eerste Kerstdag moesten deze bedienden namelijk gewoon werken, maar in ruil daarvoor kregen ze vaak de dag na Kerstmis vrij van hun meesters. Goede werknemers kregen bovendien als bedankje een doos met allerlei geschenken en etensresten mee naar huis, een soort middeleeuwse voorloper van het kerstpakket.

Op de woonboulevard
In de afgelopen eeuwen werd de viering van het kerstfeest echter weer geleidelijk ingeperkt. Zo ging de traditie van Vierde Kerstdag al snel verloren en besloot de Nederlandse overheid in 1773 ook Derde Kerstdag af te schaffen. Even leek zelfs Tweede Kerstdag in gevaar te komen, maar de 18e-eeuwse initiatieven om ook aan dit gebruik een einde te maken liepen op niets uit. Sterker nog, in 1964 werden beide kerstdagen juist uitgeroepen tot officiële vrije dagen voor alle Nederlanders. Het religieuze karakter van Tweede Kerstdag is echter wel verloren gegaan. Inmiddels brengen de meeste Nederlanders hun extra vrije dag namelijk veelal door op de woonboulevards of bij de schoonfamilie. Een dergelijke ontwikkeling vond er eveneens plaats in Groot-Brittannië, waar Boxing Day vandaag de dag vooral bekend staat als een belangrijke dag in de voetbal- en rugbycompetities.

Dit artikel verscheen eerder op isgeschiedenis.nl 

Delen: